Beginsel 4
Zorg voor transparantie op een voor kinderen begrijpelijke en toegankelijke manier
Terug naar overzichtToelichting
Wettelijke verplichtingen in het gegevensbeschermingsrecht en het consumentenrecht bepalen dat een digitale aanbieder op verschillende wijzen transparant moet zijn voor gebruikers. Niet in de laatste plaats om het vertrouwen in een digitale dienst te waarborgen. In het gegevensbeschermingsrecht is transparantie zelfs een grondbeginsel en dus van groot belang. Als digitale aanbieder moet je duidelijk aangeven voor welk (rechtmatig) doel je welke persoonsgegevens gebruikt en met wie je ze eventueel deelt. Ook moet je voor ieder doel aangeven op basis van welke grondslag er wordt verwerkt en je gebruikers informeren over hun rechten.
Bij kinderen is er de extra verplichting om al die informatie te geven op een manier die voor kinderen herkenbaar, toegankelijk en begrijpelijk is. Omdat kinderen gezien worden als een kwetsbare groep in het gegevensbeschermingsrecht, heb je als aanbieder van een digitale dienst een extra verantwoordelijkheid om te zorgen dat je dit juist ook voor hen goed doet. Het is dan belangrijk om rekening te houden met de leeftijd van kinderen.
Het consumentenrecht vereist transparantie over alle aspecten van een transactie. Dat betekent bijvoorbeeld dat de aanbieder van een digitale dienst duidelijk moet zijn over de kosten in apps of games voor bijvoorbeeld extra functionaliteiten, levens of virtuele goederen (denk aan skins) die worden gekocht. Voor kinderen moet het ook duidelijk zijn dat er met echt geld wordt betaald voor deze aankopen. Dat is met name relevant wanneer een game een eigen betaalmiddel heeft (bijvoorbeeld V-Bucks in Fortnite). Dan is de link tussen echt geld en de aankoop namelijk lastiger te leggen, zeker ook voor kinderen. Ook binnen het consumentenrecht hebben aanbieders soms een grotere zorgplicht bij kinderen, omdat ze worden gezien als extra kwetsbare consumenten.
Transparantie is een voortdurende verantwoordelijkheid van aanbieders die niet alleen bij het aanmelden bij een digitale dienst, maar ook tijdens het gebruik ervan gegarandeerd moet blijven. Zelfs wanneer ouders op enige wijze betrokken zijn (bijvoorbeeld omdat ze toestemming moeten geven voor de gegevensverwerking), zijn de aanbieders toch verantwoordelijk voor het bieden van transparantie gericht op kinderen en moeten zij ervoor zorgen dat kinderen begrijpen wat er met hun gegevens gebeurt en welke impact dat heeft. Dat is overigens niet altijd eenvoudig uit te leggen. Het is wellicht gemakkelijker om iemand bewust te maken van sociale privacyrisico’s, bijvoorbeeld in de omgang met ouders of leeftijdsgenoten, dan van de impact van het verwerken van persoonsgegevens door aanbieders van digitale diensten die meestal niet direct zichtbaar is.
Jongeren zien wel degelijk de risico’s in van gegevensverwerking, zoals bleek uit een opmerking in een van de sessies die we organiseerden ten behoeve van het opstellen van deze code: “Een app is schadelijk als ze mijn privégegevens opslaan en niet verwijderen als ik het account niet meer heb of als ze het doorgeven aan andere mensen”. Tegelijkertijd leest vrijwel niemand de privacyvoorwaarden; deze vonden jongeren een “te lang verhaal vol met technische taal” en “vaak lastig te begrijpen”. Ze zouden op een meer toegankelijke manier gepresenteerd moeten worden.
Implementatie
Laat informatie over privacy duidelijk zichtbaar zijn voor de (minderjarige) gebruiker.
- Voeg een voor kinderen begrijpelijk privacy-dashboard toe, zodat je in een oogopslag kunt zien wat er is afgesproken.
- Zorg ervoor dat de voorwaarden beknopt zijn, duidelijk in het oog vallen en in heldere taal geformuleerd zijn.
- Dwing zoveel mogelijk af dat de voorwaarden volledig gelezen worden, door bijvoorbeeld de gebruiker met elk onderdeel apart akkoord te laten gaan.
- Om het voor gebruikers makkelijker te maken de privacy settings te volgen is het aan te raden gebruik te maken van visuele elementen die het niveau van privacy bepalen. Maak bijvoorbeeld gebruik van (drop-down) lijsten om de verschillende niveaus van privacy aan te geven.
- Maak gebruik van de ‘just-in-time’-notice. Op het moment dat de applicatie gebruik gaat maken van de persoonsgegevens moet de gebruiker duidelijk gemaakt worden wat er met de persoonsgegevens gebeurt. Voordat dit is aangegeven mogen de persoonsgegevens nog niet gebruikt worden. Al naar gelang het risico moet het kind ook aangespoord worden een ouder te raadplegen voordat het nieuwe gebruik van gegevens wordt geactiveerd. Overweeg in alle fasen van het gebruikerstraject of een dergelijke just-in-time-notice passend zou zijn.
- Voorkom beïnvloedingstechnieken (‘nudging’). Gebruik bijvoorbeeld geen visueel misleidende informatie door de knoppen om te kiezen voor meer gegevensverwerking duidelijker weer te geven dan die voor gegevensminimalisatie.
- Wees transparant over het doorvoeren van patches en updates, en eventuele implicaties hiervan op privacy.
- Metadata die niet direct zichtbaar zijn voor de gebruiker (en niet begrijpelijk voor het kind) moeten verwijderd worden (zie Privacy Patterns van Jaap Henk Hoepman).
- Een praktische tool voor het inzichtelijk maken van de verzameling, verwerking en het delen van data is Privacy Label.
Houd bij het verschaffen van deze informatie rekening met de leeftijd van het kind.
- Kies voor kindvriendelijke bewoordingen. Denk aan het gebruik van diagrammen, cartoons, afbeeldingen, video- en audiocontent, spelelementen en interactieve content die de aandacht van kinderen trekken, anders dan schriftelijke communicatie. Test deze aanpak bij kinderen en vraag hen om input.
- Als sommige algemene voorwaarden uitsluitend in juridische bewoordingen geformuleerd kunnen worden, overweeg dan een kindvriendelijke toelichting ernaast te zetten.
- Maak meerdere versies van deze informatie, rekening houdend met de leeftijd van het kind. Maak daarbij gebruik van de tips in beginsel 3 (passende informatie over privacy voor iedere leeftijdscategorie) en zoals hieronder omschreven.
Wij raden aan om bij het informeren van kinderen rekening te houden met hun ontwikkelingsfase volgens de door de Britse Age Appropriate Design Code voorgestelde indeling (zie ook de bijlage van het downloadbare PDF of de tabel onderaan deze pagina voor een uitgebreide toelichting per leeftijdscategorie):
- 0 – 5: ongeletterdheid en ontluikende geletterdheid (gebruik eenvoudige taal, herhaling, leg uit aan de hand van ritme en zang met dieren en mensen, gebruik rijmpjes en raadsels)
- 6 – 9: middenbouw basisschool (gebruik verhalen over vriendschap, het creëren van vaardigheden, dagelijkse gebeurtenissen die gaan over iemands waarden en kritisch denkvermogen)
- 10-12: overgangsjaren (gebruik rolmodellen, vertel verhalen over de invloed van familie, vrienden en media op het kind, stimuleer kinderen in hun behoefte om op deze leeftijd om te experimenteren en onafhankelijke keuzes te durven maken)
- 13-15: vroege tienerjaren (gebruik rolmodellen, vertel verhalen over de invloed van familie, vrienden en media op de jongere, stimuleer kinderen in hun behoefte om op deze leeftijd om te experimenteren en onafhankelijke keuzes te durven maken)
- 16-17: overgangsfase naar volwassenheid (gebruik rolmodellen, vertel verhalen over de invloed van familie, vrienden en media op de jongere, stimuleer kinderen in hun behoefte om op deze leeftijd om te experimenteren en onafhankelijke keuzes te durven maken)
Bovenstaande indeling is gemaakt op basis van de zich ontwikkelende vermogens, vaardigheden en interesses van het kind. Wanneer de kans bestaat dat kinderen die jonger zijn dan de beoogde leeftijdscategorie gebruik zullen maken van jouw dienst, houdt dan rekening met die leeftijdscategorie in je ontwerp.
Geef de mogelijkheid aan kinderen om hun rechten uit te oefenen op het gebied van gegevensbescherming; geef dit een prominente plek in het ontwerp.
- Maak deze hulpmiddelen eenvoudig in gebruik en leeftijdsrelevant (bijvoorbeeld een chatbot, waarbij gesprekken na afloop automatisch worden gewist). Maak daarbij gebruik van de tips in beginsel 2 (over aantrekkelijke, heldere uitleg aan kinderen) en beginsel 3 (passende informatie over privacy voor iedere leeftijdscategorie).
- Stem hulpmiddelen af op rechten die ze ondersteunen, zoals:
- een ‘download al mijn gegevens’-hulpmiddel ter ondersteuning van het recht op inzage en het recht op dataportabiliteit;
- een ‘verwijder al mijn gegevens’- of ‘selecteer gegevens om te verwijderen’-hulpmiddel ter ondersteuning van het recht op vergetelheid;
- een ‘stop met het gebruik van mijn gegevens’-hulpmiddel ter ondersteuning van het recht op beperking van de verwerking en het recht om bezwaar te maken tegen verwerking; en
- een ‘wijzigen’-hulpmiddel ter ondersteuning van het recht op rectificatie.
- Maak duidelijk hoe kinderen een klacht kunnen indienen over de verwerking van hun persoonsgegevens (ook bij de toezichthouder, zie over het klachtrecht voor kinderen) of onrechtmatig/compromitterend gebruik van hun persoonlijke informatie eenvoudig kunnen rapporteren. Zorg voor mechanismen waarin de voortgang van een klacht/verzoek tot verwijdering van (onrechtmatige/compromitterende) persoonlijke informatie kan worden gevolgd en creëer de optie dat kinderen kunnen aangeven dat hun klacht of verzoek urgent is. Neem alle informatie in aanmerking die zij verstrekken. Zorg voor procedures om snel actie te kunnen ondernemen als verstrekte informatie wijst op een acuut risico op de bescherming van persoonsgegevens.
- Maak bij speelgoed gebruik van een herkenbaar symbool (of knop) die kinderen gemakkelijk kunnen vinden wanneer ze hun rechten willen uitoefenen. Vermeld in het geval een verbonden speelgoed apparaat het symbool op de verpakking.
Maak eventuele gedragscodes waaraan je gebonden bent en de daarin neergelegde richtlijnen op een begrijpelijke manier eenvoudig toegankelijk voor kinderen (zie beginsel 10).
Wet- en regelgeving
Kinderrechtenperspectief
Transparantie is in het belang van het kind (artikel 3 (1) IVRK) (zie beginsel 1), omdat met het kunnen en leren begrijpen van wat er in digitale diensten gebeurt je weet wat de impact op jou en je omgeving kan zijn. Op die manier kun je enige mate van controle uitoefenen door het maken van keuzes bij het gebruik van digitale diensten en het uitoefenen van je rechten. Transparantie is van belang voor onder meer het recht om gehoord te worden (artikel 12), de vrijheid van informatie en meningsuiting (artikel 13), het recht op vrijheid van gedachtevorming (artikel 14) en het recht op toegang tot de media en op bescherming tegen schadelijke content (artikel 17 IVRK).
Transparantie gaat over het geïnformeerd worden over de kansen en mogelijkheden van digitale diensten, zodat deze kunnen bijdragen aan het welzijn van kinderen. Kinderen moeten echter ook worden geïnformeerd over de mogelijke risico’s en beperkingen van digitale diensten. Die beperkingen kunnen bijvoorbeeld gericht zijn op het beschermen van kinderen tegen schadelijke content (artikel 14 (4) IVRK). Bij het informeren van kinderen moet rekening worden gehouden met de zich ontwikkelende vermogens van kinderen (artikel 5 IVRK) en het feit dat iets wat oudere kinderen begrijpen mogelijk nog niet te bevatten is voor jonge kinderen. Het bieden van transparantie ten aanzien van de digitale dienstverlening moet daarom ook gericht zijn op het informeren van ouder, verzorgers en anderen die kinderen ondersteunen.
Gegevensbeschermingsrecht
Het beginsel van transparantie is een van de grondbeginselen van de AVG (artikel 5 (1)(a) AVG). Het beginsel “betreft met name het informeren van de betrokkenen over de identiteit van de [aanbieder] en de doeleinden van de verwerking, alsook verdere informatie om te zorgen voor behoorlijke en transparante verwerking met betrekking tot de [gebruiker] in kwestie en hun recht om bevestiging en mededeling te krijgen van hun persoonsgegevens die worden verwerkt. [Gebruikers] moeten bewust worden gemaakt van de risico’s, regels, waarborgen en rechten in verband met de verwerking van persoonsgegevens, alsook van de wijze waarop zij hun rechten met betrekking tot deze verwerking kunnen uitoefenen” (overweging 39 AVG). Het transparantiebeginsel is uitgewerkt in afdeling 1 en 2 van hoofdstuk III van de AVG en omvat bepalingen over het recht op informatie (hoe en wanneer welke informatie over de gegevensverwerking moet worden verstrekt) (artikel 12-14 AVG) en over het recht op inzage van gebruikers (artikel 15 AVG).
Over de wijze van verstrekken van informatie (het hoe) zijn er de volgende aandachtspunten: “[o]vereenkomstig het transparantiebeginsel moet informatie die bestemd is voor het publiek of voor de betrokkene beknopt, eenvoudig toegankelijk en begrijpelijk zijn en moet duidelijke en eenvoudige taal en, in voorkomend geval, aanvullende visualisatie worden gebruikt. Die informatie kan elektronisch worden verstrekt, bijvoorbeeld wanneer die tot het publiek is gericht, via een website. Dit geldt in het bijzonder voor situaties, waarin het vanwege zowel het grote aantal actoren als de technologische complexiteit van de praktijk voor een betrokkene moeilijk is te weten en te begrijpen of, door wie en met welk doel zijn persoonsgegevens worden verzameld, zoals bij online advertenties” (overweging 58 AVG).
Vooral relevant voor deze code is de volgende overweging: “aangezien kinderen specifieke bescherming verdienen, dient de informatie en communicatie, wanneer de verwerking specifiek tot een kind is gericht, in een zodanig duidelijke en eenvoudige taal te worden gesteld dat het kind deze makkelijk kan begrijpen” (overweging 58 AVG; artikel 12 AVG). Het is van belang om dit samen te lezen met de suggesties voor de wijze van presenteren van informatie, aangezien sommige kinderen wellicht een voorkeur hebben voor tekst maar veel kinderen vermoedelijk juist voor meer visuele informatie (video’s, games, comics, icons enzovoorts). Ook moet rekening worden gehouden met de zich ontwikkelende vermogens van kinderen (artikel 5 IVRK) en zal de informatie dus geschikt moeten zijn voor kinderen van verschillende leeftijden. Daarbij moet er aandacht zijn voor woord-, taalgebruik en stijl om ervoor te zorgen dat kinderen zich ook daadwerkelijk aangesproken voelen (zie beginsel 2).
Consumentenrecht
Het beginsel van transparantie is ook relevant in het consumentenrecht. Je kunt alleen een geïnformeerd besluit nemen over een transactie (bijvoorbeeld een in-app aankoop) als je precies weet wat de kosten en functionaliteiten zijn (zie bijvoorbeeld artikel 6:230m BW). Het belang van het kind (zie beginsel 1) kan betekenen dat je de informatie op een voor kinderen begrijpelijke en herkenbaar manier presenteert als het waarschijnlijk is dat een transactiemogelijkheid ook door kinderen wordt gebruikt. Houd er overigens wel rekening mee dat kinderen alleen met toestemming van hun ouders rechtsgeldig een overeenkomst kunnen afsluiten (artikel 1:234 BW).
Wanneer je niet transparant bent over de specifieke kenmerken of voorwaarden van een transactie, kan dat een oneerlijke handelspraktijk opleveren (artikel 6:193b BW). Een handelspraktijk is oneerlijk als de gebruiker wordt misleid, bijvoorbeeld door het geven van feitelijk onjuiste informatie (artikel 6:193c BW) (zie beginsel 8). Ook is het misleidend om informatie die essentieel is om een geïnformeerd besluit te nemen over een transactie, niet te vermelden (artikel 6:193d BW). Daarbij wordt specifiek rekening gehouden met hetgeen in het bijzonder kwetsbare consumenten, waaronder kinderen, mochten begrijpen, wanneer een digitale dienst (mede) voor hen ontwikkeld is.