Wouter Sluis-Thiescheffer: ‘In de toekomst gaan kinderen de tech die wij nu verzinnen gebruiken. Ik hoop dat kinderen van de toekomst altijd zullen beseffen dat technologie een stekker heeft. Het kan aan en het kan uit. En in de tussentijd kun je het aanpassen.’ Lees het gehele interview.
Wat was je eerste en/of favoriete technologische apparaat?
Mijn eerste apparaat: Een klein oranje Philips radiootje, stereo FM, nog met een draaiknop voor het volume (op de basisschool, eind jaren 70!). Ik nam het overal mee naar toe en zat altijd lang te prutsen tot hij de beste ontvangst had.
Mijn favoriete technologische apparaat is een emotie scanner die we nu aan het bouwen zijn. Het blijft me fascineren hoe deze technologie emoties kan lezen en weergeven, en wat het ons verteld over onze onderbewuste ervaringen.
Wat wens je kinderen toe op het gebied van technologie, vandaag de dag en in
de toekomst?
Dat leven met technologie een eerlijk spelletje blijft. Technologie heeft ons altijd geholpen om dingen beter te kunnen doen. De eerste steenbeitels hielpen ons betere speerkoppen te maken, artificiële intelligentie nu helpt ons om ingewikkelde problemen eenvoudiger te maken.
Technologie is in ons leven altijd een middel, geen doel op zich. Sommige technologiebedrijven doen dat wel, en dat vind ik geen eerlijk spelletje. Mensen en kinderen krijgen dan nog maar een beperkt zicht op de wereld. We zien om ons heen wat dat voor verdeeldheid creëert.
In de toekomst gaan kinderen de tech die wij nu verzinnen gebruiken. Ik hoop dat kinderen van de toekomst altijd zullen beseffen dat technologie een stekker heeft. Het kan aan en het kan uit. En in de tussentijd kun je het aanpassen.
Op welke manier heeft het werk van jouw organisatie met kinderen te maken?
In het HBO doe ik onderzoek naar nieuwe technologie; wij leiden de nieuwe generatie ontwerpers en ontwikkelaars op. Nu zijn we bijvoorbeeld bezig om bewegend leren te herontwerpen. We dagen ontwerpers uit om veel meer specifieke oefeningen in het leren te integreren. Hopelijk lukt het ons om kinderen niet alleen cognitief maar ook hun motorische ontwikkeling weer op de rit te krijgen.
Waarom is deze code voor jouw organisatie en/of jouw doelgroep relevant?
Omdat beginnende ontwerpers vaak de technologie als uitgangspunt nemen, of enkel het doel van de opdrachtgever. Deze code verruimt hun perspectief en helpt om al vroeg in het creatieve proces breder te kijken naar wat hun oplossing kan betekenen voor kinderen.
Welke beginselen van de Code voor Kinderrechten zijn voor jou het meest belangrijk of waar heb je de meeste zorgen over?
Het belangrijkste is dat als je iets gaat ontwerpen je kinderen bij je proces betrekt. Je leert zoveel sneller wat kinderen belangrijk vinden en wat bij ze past als je met hen samen oplossingen gaat bedenken! En zo’n ervaring zet je meteen op het goede spoor om een begrijpelijke en toegankelijke toepassing te maken.
Het meeste zorgen maak ik me om het profileren van kinderen, dat is zo beperkend!
Hoe ga je de code in de toekomst in jouw werk implementeren?
We zijn met de internationale vereniging voor “ontwerpen voor kinderrechten” (designing for children’s rights) bezig om methodes te beschrijven waarmee de kinderrechten in het creatieve proces kunnen worden meegenomen. Die processen gaan we ook in het onderwijs implementeren. Daarnaast wil ik ze meenemen naar elk volgend ontwerponderzoek dat we doen waar kinderen bij betrokken zijn.
Voor wie is de code nog meer van belang?
Voor ontwerpers, voor brancheverenigingen, maar ook voor ouders om eens kritisch te kijken naar de technologie die ze in huis halen. En voor scholen – om nog eens kritisch te kijken of de gratis apps wel zo veilig zijn voor de kinderen die ze er mee om laten gaan. Maar als eerste natuurlijk voor kinderen zelf. Zodat ze zelf bewust worden waar ze recht op hebben. Het zou mooi zijn als er een versie komt die kinderen hebben verwoord.
Internationaal hebben we er al een begin mee gemaakt (verwachte publicatie in het voorjaar), laten we voor Nederland dat ook gaan doen!