Beginsel 10

Ontwikkel richtlijnen voor de branche gericht op de bescherming van belangen en rechten van kinderen

Terug naar overzicht

Toelichting

Steeds meer kinderen brengen steeds meer tijd door met digitale technologieën. Deze technologieën worden vooral ontwikkeld en aangeboden door de private sector. Bedrijven hebben daarmee een enorme impact op kinderen en hun rechten. Daarbij geldt steeds de niet vrijblijvende verplichting om de rechten van kinderen te bevorderen (zie beginsel 1). Dat vereist echter bewustwording en kan ook een uitdagende taak zijn, zoals de beginselen in deze code duidelijk laten zien.

Het Kinderrechtencomité erkent dat bedrijven ook zelf kunnen bijdragen door het opstellen van richtlijnen of gedragscodes. Dat kan op vrijwillige basis gebeuren. Daarnaast kan de wet dit soort zelfregulering door bijvoorbeeld brancheorganisaties stimuleren of voorschrijven. 

Met een gedragscode is het voor een sector duidelijker hoe bepaalde regels bij kinderen moeten worden uitgelegd, zodat hun rechten goed worden gewaarborgd. Zeker voor bedrijven die producten en diensten aanbieden waarvan het waarschijnlijk is dat deze door kinderen worden gebruikt, zoals apps, games en connected toys, is het raadzaam om met de sector richtlijnen op te stellen. Een gedragscode is niet vrijblijvend en als bedrijf zul je je eraan moeten houden, omdat anders sprake kan zijn van een misleidende handelspraktijk.   

Implementatie

  • Raadpleeg richtlijnen uit de relevante branche, voorbeelden van geschikte richtlijnen zijn de UNICEF Children’s Rights and Business Principles en de UNICEF Child Online Protection Guidelines for the ICT Sector.
  • Betrek kinderen bij het opstellen van richtlijnen en zorg ervoor dat deze openbaar zijn, zodat ouders, docenten en kinderen de richtlijnen kunnen lezen en begrijpen. Promoot en communiceer de richtlijnen vervolgens op een manier die aantrekkelijk is voor gebruikers van alle leeftijden.
  • Zorg ervoor dat de richtlijnen ook daadwerkelijk worden nageleefd. 
    • Zorg ervoor dat de richtlijn zorgvuldig is ingebed in de desbetreffende keten.
    • Zorg dat naleving regelmatig gecontroleerd wordt.
    • Stel een (effectief) handhavingsmechanisme in.
  • Het vooropstellen van het belang van het kind is een iteratief proces: evalueer regelmatig of nieuwe updates of ontwikkelingen nog in lijn zijn met een kindvriendelijk ontwerp. Bouw het liefst procesmatig een terugkerende evaluatie in die zich specifiek op het belang van het kind richt. 
  • Blijf op de hoogte van aanbevelingen of adviezen bij de relevante branche en scherp de richtlijnen zo nodig aan.

Relevante wet- en regelgeving

Kinderrechtenperspectief

Een gedragscode van een bij digitale diensten betrokken sector kan bijdragen aan de implementatie van het belang van het kind-beginsel (artikel 3, IVRK) door effectieve, op de rechten van kinderen gebaseerde gedragsregels op te stellen. Daarmee legt het verantwoording af over de keuzes die zijn gemaakt in het toepassen van de geldende wettelijke regels wanneer digitale diensten een impact hebben op kinderen. Meer specifiek geeft het gegevensbeschermingsrecht een invulling van het recht van kinderen op privacy en gegevensbescherming (artikel 16 IVRK). 

Het Kinderrechtencomité wijst eveneens op het belang van gedragscodes om daarin “de hoogste normen inzake ethiek, privacy en veiligheid in acht te nemen bij het ontwerpen, de engineering, de ontwikkeling, de exploitatie, de distributie en de marketing van hun technologische producten en diensten” (vertaling door de auteurs van deze code) (General Comment No. 25). Er moet op worden toegezien dat bedrijven hoge standaarden voor transparantie en controleerbaarheid hanteren en met hun maatregelen innoveren in het belang van kinderen. Het Kinderrechtencomité wijst in het bijzonder op het belang van gedragscodes voor marketing.  

Gegevensbeschermingsrecht

Sectoren kunnen door middel van het opstellen van gedragscodes duidelijk maken hoe zij invulling geven aan de normen uit de AVG. Een gedragscode is een vorm van zelfregulering door een brancheorganisatie of -vereniging. In het geval van de specifieke bescherming die kinderen moeten krijgen onder de AVG kan een gedragscode een belangrijk instrument zijn om bij te dragen aan de verantwoordingsplicht (artikel 5 lid 2 AVG) door in detail te beschrijven welke gedragsregels gelden in een sector.

Onder de AVG wordt het opstellen van gedragscodes aangemoedigd, met name ook ten aanzien van kinderen, om “doeltreffende uitvoering van deze verordening te bevorderen, rekening houdend met het specifieke karakter van de verwerkingen in sommige sectoren” en “gedragscodes zouden met name het ijkpunt kunnen zijn voor de verplichtingen van [aanbieders], rekening houdend met de aan de verwerking verbonden risico’s voor de rechten en vrijheden van [gebruikers]” (overweging 98 AVG). In dat laatste geval zal er ook aandacht moeten zijn voor de risico’s voor in het bijzonder de rechten en vrijheden van kinderen die – zoals deze code laat zien – anders kunnen zijn of een andere invulling krijgen dan bij volwassenen. 

Het doel van de gedragscode is dus een juiste toepassing van de AVG (ook artikel 40). In de gedragscode kunnen brancheorganisaties de toepassing van de regels van de AVG voor de betreffende sector nader toelichten (artikel 40 lid 2 AVG). Een van de onderwerpen die een gedragscode kan behelzen is “de informatie verstrekt aan en de bescherming van kinderen (inclusief wijzen waarop toestemming wordt verkregen van de personen die de ouderlijke verantwoordelijkheid voor kinderen dragen)” (Art. 40 (2) (g) AVG). Een gedragscode kan een specifieke sector betreffen, zoals de Britse Age Appropriate Design Code voor digitale diensten, maar kan zich ook richten op een specifiek onderwerp, zoals leeftijdsverificatie.

De gedragscode kan de goedkeuring van de Autoriteit Persoonsgegevens krijgen als deze adequate waarborgen biedt (artikel 40 lid 5 AVG). Sectoren met een “hoog risico”, zoals die waar gegevens van kinderen worden verwerkt, worden geacht strengere waarborgen te hanteren, gelet op bijvoorbeeld de gevoeligheid van de persoonsgegevens, de kwetsbaarheid van de betrokkene of het indringende karakter van de gegevensverwerking. Toezicht op de naleving van een gedragscode wordt uitgeoefend door een orgaan dat over de passende deskundigheid met betrekking tot het onderwerp van de gedragscode beschikt en daartoe door de bevoegde toezichthoudende autoriteit, in Nederland de Autoriteit Persoonsgegevens, is geaccrediteerd (artikel 41 AVG). 

Consumentenrecht

Een gedragscode is niet vrijblijvend en als bedrijf zul je je eraan moeten houden. Het niet nakomen van een verplichting in gedragscode kan een misleidende handelspraktijk zijn (artikel 6:193c, lid 2, onder a, BW).