Waarom een code voor kinderrechten?

Deze code helpt ontwikkelaars en ontwerpers om de rechten van het kind bij het ontwerpen en ontwikkelen van apps, games, slimme apparaten en andere digitale technologie te implementeren. 

Kinderrechten moeten waarborgen dat kinderen voldoende vrijheid hebben om zich te ontwikkelen en mee te doen in de maatschappij (participatie), terwijl ze worden beschermd tegen mogelijk schadelijke invloeden, zoals misbruik en verslaving. Dat participeren gebeurt steeds vaker met behulp van digitale diensten. Het is daarom belangrijk dat deze diensten op een kindvriendelijke wijze zijn ontworpen. 

Deze code biedt handvatten die helpen om de rechten van kinderen te begrijpen en toe te passen bij de ontwikkeling van een digitale dienst. Alle beginselen zijn te herleiden naar de fundamentele rechten van kinderen in het VN Verdrag inzake de Rechten van het Kind 1989 (IVRK). Verder zijn de beginselen gebaseerd op wet- en regelgeving. De beginselen zijn op zichzelf weliswaar geen juridisch afdwingbare regels, maar de onderliggende wet- en regelgeving is wel juridisch bindend.

Wie bedoelen we met kinderen?

In de code hebben we het over ‘kinderen’ en daarmee bedoelen we alle mensen jonger dan 18 jaar (artikel 1 IVRK). Soms spreekt de wet van minderjarigen, maar wij zullen ook dan het begrip kinderen gebruiken. Soms noemt de wet specifieke leeftijden (bijvoorbeeld artikel 8 AVG) en dan gelden de regels in zo’n bepaling dus voor die leeftijdsgroep. Ook wanneer de groep niet duidelijk is gedefinieerd op basis van hun leeftijd moet er volgens het IVRK rekening worden gehouden met de zich ontwikkelende vermogens van kinderen (artikel 5 IVRK). Bij de toepassing of implementatie van een regel kan het zijn dat dan alsnog verschillende leeftijden in acht moeten worden genomen, ook al noemt de wet dit niet met zoveel woorden.

Content separator

Op wat voor digitale technologie is de code van toepassing?

De code gaat over het ontwerpen en ontwikkelen van ‘digitale diensten’. Hieronder worden alle diensten begrepen die op enige wijze gebruik maken van digitale technologie, waaronder apps, games, websites, met het netwerk verbonden apparaten (waaronder speelgoed en smart assistants), online platforms, enzovoorts. Het gaat hierbij om alle digitale diensten waar kinderen mogelijk gebruik van zouden kunnen maken, ook als deze niet nadrukkelijk op kinderen gericht zijn.

Content separator

Tot wie richt de code zich?

Deze code richt zich in de eerste plaats tot bedrijven, overheden, organisaties en zelfstandigen die digitale diensten ontwerpen en ontwikkelen. Ontwerpers en ontwikkelaars krijgen concrete handvatten aangereikt om zich te houden aan de rechten van kinderen bij het ontwerpen en ontwikkelen van diensten.

Ook voor anderen is de code relevant, zoals een opdrachtgever en een merkhouder. Het ontwerp van een digitale dienst vraagt om commerciële beslissingen van bijvoorbeeld een bestuurder of investeerder die consequenties hebben voor het ontwerp. En evenzo is het voor de bedrijfsjurist of functionaris gegevensbescherming in een organisatie nuttig om kennis te nemen van specifieke regels voor kinderen. De code heeft ook een toegevoegde waarde voor digitale platforms of app stores die software van derden aanbieden en willen weten aan welke op kinderrechten gebaseerde standaarden apps moeten voldoen. Verder is de code relevant voor organisaties die software gebruiken voor of met kinderen en willen weten waar ze specifiek op moeten letten bij de aanschaf en het gebruik. Denk dan bijvoorbeeld aan overheden, scholen of jeugdzorgorganisaties. Tenslotte richt de code – en in het bijzonder beginsel 10 – zich tot brancheorganisaties met het verzoek om op kinderrechten gebaseerde gedragscodes te ontwikkelen.

De code is uiteindelijk voor eenieder die digitale technologie gebruikt, waaronder natuurlijk kinderen en ouders, of verantwoordelijk is voor de implementatie van kinderrechten in beleid en regelgeving. 

Content separator

Hoe zijn we tot deze code gekomen?

De eerste twee beginselen zijn overkoepelende beginselen die direct volgen uit twee van de vier fundamentele beginselen van het VN Verdrag inzake de Rechten van het Kind 1989 (IVRK): het belang van het kind en het recht van het kind om gehoord te worden. Deze rechten werken door binnen de overige beginselen. De overige beginselen zijn ook gebaseerd op de rechten in het IVRK en andere wet- en regelgeving.

De code beperkt zich tot die wet- en regelgeving en meer specifiek de daarin opgenomen bepalingen waarin kinderen in het bijzonder worden beschermd (bijvoorbeeld bepalingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, oneerlijke handelspraktijken en schadelijke content) of het belang van het kind is meegenomen bij de uitleg van de regels. 

De beginselen in deze code hangen met elkaar samen en zijn in hun geheel relevant voor het ontwerp en de ontwikkeling van digitale diensten die door kinderen worden gebruikt. Het is dus geen pick-and-choose model waarbij slechts enkele, willekeurige beginselen worden geïmplementeerd. De concrete implementatie is wel afhankelijk van het specifieke doel en beoogde ontwerp van een app of game. Waar mogelijk verwijzen we naar best practices voor de implementatie.

De Code is opgesteld in samenspraak met experts op het snijvlak kind en technologie, en met ontwerpers, ontwikkelaars en jongeren.

Content separator

Terminologie

De code heeft het over de ‘gebruiker’ (bijvoorbeeld het kind en/of de ouder) en ‘aanbieder’ van een digitale dienst (het bedrijf dat de digitale dienst ontwerpt, ontwikkelt en/of aanbiedt). We gebruiken deze termen ook op plaatsen waar de wetgeving meer specifieke begrippen gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan ‘betrokkene’ of ‘verwerkingsverantwoordelijke’ in het gegevensbeschermingsrecht of ‘consument’ en ‘handelaar’ in het consumentenrecht. Wetgeving heeft het soms over ‘diensten van de informatiemaatschappij’ en bedoelt dan commerciële digitale diensten. Verder vallen onder het begrip ‘ouders’ ook eventuele andere wettelijke vertegenwoordigers of verzorgers van een kind.

Content separator