‘Een leven lang (samen) leren begint met een goede start.’

Ruud Yap, CTO OBA en Marieke van Dijk, oprichter van Idiotès

In dit duo interview spreken we met Ruud Yap en Marieke van Dijk van OntwerpLab, een samenwerking tussen het Chief Technology Office van de Gemeente Amsterdam, de OBA en ontwerp collectief Idiotès. Samen streven zij er naar alle Amsterdammers te verbinden met de digitale samenleving en hun digitale vaardigheden te vergroten. Zij staan voor digitale inclusie van de wieg tot het graf. 

Wat was jullie eerste en/of favoriete technologische apparaat?

Ruud:

Het was niet mijn eerste, maar wel mijn favoriet: mijn eerste PC de 486SX. Toen die crashte heb ik hem helemaal uit elkaar gehaald en weer opnieuw in elkaar gezet. Daardoor heb ik geleerd hoe zo’n apparaat er van binnen uitziet – hoe het werkt. Dat vond ik leuk en leerzaam – en heb ik tot aan de dag van vandaag vele fijne herinneringen aan. Hoe ik ‘m weer opbouwde met een buurman samen aan de keukentafel.

Marieke:

De meeste indruk, emotioneel gezien, maakte mijn paarsgele tamagochi (red. een speelgoed ei, ontworpen in Japan die je in leven moest houden). Toen die doodging deed dat echt pijn. Dat gevoel dat je van een stom eitje ging houden was wel een openbaring. Maar ik was ook gefascineerd door de eerste computer van mijn oom. Met van die DOS letters, geel met zwart. Ik wist niet eens goed wat het was, maar vond het toen fascinerend.

Wat wens je kinderen toe op het gebied van technologie, vandaag de dag en in de toekomst?

Ruud:

Vanuit een idealistische kijk wens ik ze toegang en beschikbaarheid van technologie. Het was voor mij thuis helemaal niet vanzelfsprekend. Het duurde zelfs best wel lang voordat wij thuis een computer hadden, er was niet per se geld voor. En dat is nu op sommige plekken erger geworden; het is niet voor iedereen bereikbaar, terwijl het wel noodzakelijk is voor iedereen om ermee te werken. Je hebt gelukkig programma’s die technologie beschikbaar maken en dat is wat ik wens: dat er daar meer van zijn en dat iedereen toegang heeft en erover kan leren.

Marieke:

Rust vrijheid en gezondheid. Als je wel toegang hebt natuurlijk. Want technologie geeft het ook nog wel eens druk. Het brengt risico tot uitsluiting met zich mee, je moet waken over de hoeveelheid schermuren en wat de belasting is op het kind. Ik hoop dat kinderen vrij kunnen blijven spelen zonder dat er altijd een scherm bij kijken komt.

Op welke manier heeft het werk van jouw organisatie met kinderen te maken?

Marieke:

Ontwerplab probeert via innovatie, creativiteit en samenwerkingen aan de slag te gaan voor verschillende doelgroepen in de stad. Voor (jong)volwassenen, en ook voor het hele jonge kind. Een voorbeeld is ons project waarbij we kijken naar het allerprilste begin. Daarbij vragen we aandacht voor digitale wijsheid rond de geboorte van een kind. Dat begint met een boekstartkoffertje. Verder werken we ook samen met organisaties als designathon works om samen met kinderen te ontwerpen.

Ruud:

Een leven lang (samen) leren, dat is het devies van de OBA en dat begint met een goede start. Natuurlijk doen we dat al decennialang op het gebied van het boek, en we willen het meer doen met technologie en het digitale vlak. Want zodra je geboren wordt en aangifte doet besta je al digitaal. Je krijgt een burgerservicenummer en je zit in een database. Als baby’tje doe je er niet zoveel mee, maar als ouder wel natuurlijk. Daar moet je al snel over nadenken, over deze verantwoordelijkheid en daar helpen we bij.

Waarom is deze code voor jouw organisatie en/of jouw doelgroep relevant?

Marieke:

Juist omdat je hiermee kritische vragen kan stellen. Het is een soort leidraad waarnaast je je projecten en ideeën kunt leggen en werkt ondersteunend voor ontwerpers, het geeft ze een overzicht. “Wees je bewust… denk hieraan….”

Het doet me denken aan het Ethics in Design boekje van IDEO. Het geeft het designveld een raamwerk waardoor je kan kijken. En dat geeft een versnelling aan het designproces. In die zin dat je vertrouwd dat andere goed hebben nagedacht over wat belangrijk is. Daarmee wordt het een soort ingrediënt.

Ruud:

Ja, eens. Dat gezegd hebbende, blijft er natuurlijk ook een afstand tussen het beginsel en de uitvoering ervan. Het is een startpunt en door ermee aan de slag te gaan, kan je die afstand kleiner maken. Een ander voorbeeld is Public Spaces, waar ze door het operationaliseren van hun manifest achter inzichten komen. Sommigen principes zijn makkelijker te implementeren dan andere en dat geeft je weer een mogelijkheid om te itereren op je manifest of code.

Marieke:

Ja, de vraag is natuurlijk ook waar in het proces je zo’n code inzet. Bij het begin? Of bij het evalueren van een bestaand ontwerp? Moet je terug? Of verder?

Welke beginselen van de Code voor Kinderrechten zijn voor jou het meest belangrijk of waar heb je de meeste zorgen over?

Ruud:

Beginsel 2: om kinderen en hun verwachtingen te betrekken bij het ontwerp. Het succes van een product of service staat of valt bij de passendheid – betrek de doelgroep. Dat is overigens vanuit de bibliotheek soms nog steeds andersom. Hoe dat goed te doen, leert Marieke mij elke dag!

Zorgen heb ik over profileren. Misschien is het projectie vanuit mijn eigen jeugd. Maar we moeten voorkomen dat mensen en vooral kinderen in hokjes terechtkomen waar ze moeilijk uitkomen. Zeker digitaal, want dan kan je voor altijd in blijven zitten. En als je jong bent, moet je domme dingen kunnen doen. Technologie versterkt deze angst die best al aanwezig is in de samenleving. En we hebben voorbeelden genoeg, bijvoorbeeld in BIG Data, waarbij historische data wordt gebruikt om technologie te trainen. En we alle vooroordelen voortdurend reproduceren.

Hoe ga je de code in de toekomst in jouw werk implementeren?

Ruud & Marieke:

Als je met ons wil samenwerken, dan vragen we dat mensen zich ook committeren aan de principes die wij belangrijk vinden, dat zijn de bijvoorbeeld Tada principes en de waarden van Public Spaces  en vanaf nu ook de principes uit de Code voor Kinderrechten. Dat zetten we in onze uitgebreide playbook. Om een voorbeeld te noemen: in onze samenwerking met Hackshield vragen we ze zich te verantwoorden. Hebben ze er rekening mee gehouden? Wijkt er iets af? En als dat zo is, kunnen ze dan verklaren waarom – want dat kunnen soms best valide redenen zijn

Voor wie is de code nog meer van belang

Marieke:

De Code voor Kinderrechten is denk ik ook belangrijk voor onderwijsontwikkelaars, gezien we steeds meer digitale oplossingen terugvinden op scholen en onderwijs. De verschillende beroepsgroepen organisaties, bijvoorbeeld de BNO of DDA (Dutch Digital Agencies). Of door aandacht te vragen tijdens de Dutch Design Week, editie 2022.